De Rwandese president Paul Kagame vindt het gedeeltelijk staken van de Nederlandse ontwikkelingshulp aan zijn land niet erg. ,,Deze hulp heeft werkelijk niets bijgedragen aan Rwanda'', zei Kagame maandag tijdens een persconferentie. In december maakte de Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking bekend een gedeelte van de ontwikkelingshulp aan Rwanda te staken. Het ging om de zogeheten budgetsteun van 3 miljoen euro voor dit jaar. Dit deed Nederland, nadat Rwanda in een conceptrapport van de Verenigde Naties aangewezen was als mogelijke onruststoker in het conflict in Oost-Congo. ”Hier in Rwanda zijn wij degenen die beslissingen nemen over onze nationale veiligheid, en niemand anders'', zei president Paul Kagame vandaag. ,,Het belachelijke aan de beslissing van de Nederlanders is bovendien dat ze die genomen hebben nog voordat het eindrapport van de VN af was.''
De Nederlandse ontwikkelingshulp ligt onder vuur. Misschien dat Nederland iets kan leren van het fel bekritiseerde, egoïstische Chinese beleid. De PVV wil het afschaffen, de VVD wil minder uitgeven. Minister Bert Koenders van Ontwikkelingssamenwerking steekt ondertussen de hand in eigen boezem en vindt dat het Nederlandse ontwikkelingsbeleid beter kan. Misschien een goed idee om lering te trekken uit China’s beleid, dat in Afrika vrolijk strooit met yuans.
In Zambia bouwen tienduizenden Chinezen wegen, scholen en een sportstadium. Ook Angola wordt van een volledig nieuwe infrastructuur voorzien. Honderdduizenden dollars voor het herstel van een oude spoorlijn, bijna een half miljard dollar voor een vliegveld bij de hoofdstad Luanda en een veelvoud voor het opknappen van een raffinaderij bij Lobito. Maar China bouwt niets voor niets. Angola is goed voor zo’n 15 procent van de Chinese olie-importen. En voor wat hoort wat, daarom geeft China ook vrijwel geen ontwikkelingshulp; de 2 miljard dollar per jaar van China steekt schril af bij de 5 miljard euro die Nederland aan ontwikkelingshulp geeft. Nee, China leent geld. In 2007 beloofde president Hu Jintao Afrika 20 miljard dollar aan leningen. Maar het liefst handelt China. Voor de Chinese staatsbedrijven die gretig aan de weg timmeren in Afrika bevaren rijkelijk gevulde olietankers de weg terug.
Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken ‘kunnen’ investeringen van China positief zijn. ‘Maar dan moet China zich houden aan internationale normen ten aanzien van arbeidsomstandigheden, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Of afspraken over schuldverlichting.’ Nederland waarschuwt vooral dat ‘het ondermijnen van internationale afspraken leidt tot ongunstige deals voor Afrikaanse landen’. De Chinese ontwikkelingssamenwerking ‘gericht op hun eigen commerciële en economische belangen.’ Het feit dat je een commerciële insteek hebt is helemaal niet verkeerd, je mag best wat voor je geld terugzien.’
Maar kijk eens naar het succes van het ontwikkelingsmodel dat Japan sinds de Tweede Wereldoorlog hanteerde in Azië. En dat China nu lijkt te hebben gekopieerd. Puur gericht op economische en commerciële winst, zonder rekening te houden met ideologie of politiek, gaf Japan vooral veel leningen aan landen als Zuid-Korea en Singapore. À la China vandaag de dag in Afrika, legde Japan veel verkeerswegen aan en maakte het gretig gebruik van goedkope lokale arbeidskrachten. ‘Het laat zien dat die commerciële aanpak succesvol kan zijn.’
Voor het feit dat China half Afrika van een infrastructuur voorziet is in het immer kritische Westen weinig erkenning. Nederland, Europa en de VS zetten good governance op de eerste plaats en wuiven China’s ontwikkelingshulp weg als eigenbelang. Eigenbelang, dat volgens een rapport van het Duitse Ontwikkelingsinstituut DIE jaarlijks leidt tot een economische groei van 1 tot 2 procent in Afrika. Wat zou de Nederlandse ontwikkelingshulp bijdragen ?
Peter Tersteeg
De Nederlandse ontwikkelingshulp ligt onder vuur. Misschien dat Nederland iets kan leren van het fel bekritiseerde, egoïstische Chinese beleid. De PVV wil het afschaffen, de VVD wil minder uitgeven. Minister Bert Koenders van Ontwikkelingssamenwerking steekt ondertussen de hand in eigen boezem en vindt dat het Nederlandse ontwikkelingsbeleid beter kan. Misschien een goed idee om lering te trekken uit China’s beleid, dat in Afrika vrolijk strooit met yuans.
In Zambia bouwen tienduizenden Chinezen wegen, scholen en een sportstadium. Ook Angola wordt van een volledig nieuwe infrastructuur voorzien. Honderdduizenden dollars voor het herstel van een oude spoorlijn, bijna een half miljard dollar voor een vliegveld bij de hoofdstad Luanda en een veelvoud voor het opknappen van een raffinaderij bij Lobito. Maar China bouwt niets voor niets. Angola is goed voor zo’n 15 procent van de Chinese olie-importen. En voor wat hoort wat, daarom geeft China ook vrijwel geen ontwikkelingshulp; de 2 miljard dollar per jaar van China steekt schril af bij de 5 miljard euro die Nederland aan ontwikkelingshulp geeft. Nee, China leent geld. In 2007 beloofde president Hu Jintao Afrika 20 miljard dollar aan leningen. Maar het liefst handelt China. Voor de Chinese staatsbedrijven die gretig aan de weg timmeren in Afrika bevaren rijkelijk gevulde olietankers de weg terug.
Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken ‘kunnen’ investeringen van China positief zijn. ‘Maar dan moet China zich houden aan internationale normen ten aanzien van arbeidsomstandigheden, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Of afspraken over schuldverlichting.’ Nederland waarschuwt vooral dat ‘het ondermijnen van internationale afspraken leidt tot ongunstige deals voor Afrikaanse landen’. De Chinese ontwikkelingssamenwerking ‘gericht op hun eigen commerciële en economische belangen.’ Het feit dat je een commerciële insteek hebt is helemaal niet verkeerd, je mag best wat voor je geld terugzien.’
Maar kijk eens naar het succes van het ontwikkelingsmodel dat Japan sinds de Tweede Wereldoorlog hanteerde in Azië. En dat China nu lijkt te hebben gekopieerd. Puur gericht op economische en commerciële winst, zonder rekening te houden met ideologie of politiek, gaf Japan vooral veel leningen aan landen als Zuid-Korea en Singapore. À la China vandaag de dag in Afrika, legde Japan veel verkeerswegen aan en maakte het gretig gebruik van goedkope lokale arbeidskrachten. ‘Het laat zien dat die commerciële aanpak succesvol kan zijn.’
Voor het feit dat China half Afrika van een infrastructuur voorziet is in het immer kritische Westen weinig erkenning. Nederland, Europa en de VS zetten good governance op de eerste plaats en wuiven China’s ontwikkelingshulp weg als eigenbelang. Eigenbelang, dat volgens een rapport van het Duitse Ontwikkelingsinstituut DIE jaarlijks leidt tot een economische groei van 1 tot 2 procent in Afrika. Wat zou de Nederlandse ontwikkelingshulp bijdragen ?
Peter Tersteeg