Een enkele jaren geleden onvoorstelbare gebeurtenis: China dat de VS ter verantwoording roept over hun onverantwoordelijke gedrag bij het oplossen van het schuldenprobleem. Een mijns inziens terechte waarschuwing, immers partijpolitieke uitgangspunten en electorale overwegingen spelen een zodanige rol dat het belang van het geheel uit het oog wordt verloren. De vraag dringt zich op of democratische besluitvorming wel in staat is om dergelijke complexe problemen aan te kunnen. Hoewel complex, het is eigenlijk niet veel meer dan beseffen dat je in beginsel niet meer uit moet geven dan je hebt.
Velen in het Westen zijn van mening dat China een democratie moet worden, dat het Chinese economische model inferieur was aan het westerse en dat de Chinese samenleving langzaam zal verwesteren. Het zal anders uitpakken. Van democratisering volgens onze definities is geen sprake, de economische wereldcrisis is niet veroorzaakt door China maar door het Westen, en China wordt niet westerser maar juist steeds Chineser.
China is een wereldmacht van een andere soort aan het worden. Centraal daarbij staan China’s eigen waarden en tradities en de wil van de communistische partij om aan de macht te blijven. Dat laatste kan alleen als de economie uitbundig blijft groeien. Daarvoor heeft China de rest van de wereld nodig. Europa zal net als Amerika economisch verstrengeld raken met China, andere landen zullen zelfs Chinese vazalstaten worden. China zal desnoods gewapenderhand zijn economische belangen verdedigen, maar het zal zijn politieke systeem niet aan anderen opleggen.
In zijn boek “Verbijsterend China” ordent Jan van der Putten westerse gedachten over China en komt tot de essentie dat voor China de huidige opbloei geen noviteit maar een terugkeer naar de oude glorie is en dat China zich als opkomende wereldmacht zal leiden door eigen waarden. China heeft in de afgelopen decennia niet haar opkomst als wereldmacht gemaakt, maar haar wederopstanding. Nog lang voor Amerika zoveel macht had en nog voor de Europese kolonisators een voet tussen de Chinese deur konden krijgen, was China de wereldmacht. Het Rijk van het Midden had niemand nodig en was heer en meester. Dat veranderde tegen het einde van de 18e eeuw en die crisis duurde bijna tweehonderd jaar. Een crisis met oorlogen, burgeroorlogen, natuurrampen, vernederingen en Mao die het land economisch naar de gruzelementen hielp.
Velen in het Westen zijn van mening dat China een democratie moet worden, dat het Chinese economische model inferieur was aan het westerse en dat de Chinese samenleving langzaam zal verwesteren. Het zal anders uitpakken. Van democratisering volgens onze definities is geen sprake, de economische wereldcrisis is niet veroorzaakt door China maar door het Westen, en China wordt niet westerser maar juist steeds Chineser.
China is een wereldmacht van een andere soort aan het worden. Centraal daarbij staan China’s eigen waarden en tradities en de wil van de communistische partij om aan de macht te blijven. Dat laatste kan alleen als de economie uitbundig blijft groeien. Daarvoor heeft China de rest van de wereld nodig. Europa zal net als Amerika economisch verstrengeld raken met China, andere landen zullen zelfs Chinese vazalstaten worden. China zal desnoods gewapenderhand zijn economische belangen verdedigen, maar het zal zijn politieke systeem niet aan anderen opleggen.
In zijn boek “Verbijsterend China” ordent Jan van der Putten westerse gedachten over China en komt tot de essentie dat voor China de huidige opbloei geen noviteit maar een terugkeer naar de oude glorie is en dat China zich als opkomende wereldmacht zal leiden door eigen waarden. China heeft in de afgelopen decennia niet haar opkomst als wereldmacht gemaakt, maar haar wederopstanding. Nog lang voor Amerika zoveel macht had en nog voor de Europese kolonisators een voet tussen de Chinese deur konden krijgen, was China de wereldmacht. Het Rijk van het Midden had niemand nodig en was heer en meester. Dat veranderde tegen het einde van de 18e eeuw en die crisis duurde bijna tweehonderd jaar. Een crisis met oorlogen, burgeroorlogen, natuurrampen, vernederingen en Mao die het land economisch naar de gruzelementen hielp.
Er valt veel over Mao te zeggen. Hij heeft tientallen miljoenen Chinezen de dood ingejaagd, maar hij heeft ook China weer verenigd en de basis gelegd voor de explosieve ontwikkeling na zijn dood. Een ontwikkeling vorm gegeven door Deng Xiao Ping. Deng opende de grenzen naar het Westen. Hij sloot een vredesverdrag met Japan. Ook werd China opgenomen in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Deng stond wel economische hervormingen toe, maar democratische beginselen zoals wij die in kennen, waren taboe.
Zijn mensenrechten universele waarheden of westerse dogma’s ? Verhelderend in dit verband is het artikel “hoe Confucius de mensenrechten in China belemmert” van Rob Wijnberg in diens boek “Nietzsche en kant lezen de krant”. Voor ons is het volstrekt vanzelfsprekend om te denken in termen van rechten. In de Chinese denktradities is dat concept veel minder prominent aanwezig - of zelfs helemaal afwezig – wat claimen ervan dan ook moeilijker maakt. Het traditionele confucianisme is anti-individualistisch: hiĆ«rarchie en gehoorzaamheid aan hogere rangen zijn daarin de meest essentiĆ«le concepten. Daar is een historische verklaring voor. Het confucianisme is namelijk zo’n 2000 jaar geleden ontstaan in een tijd dat langdurige interne oorlogen aan de orde van de dag waren. Confucius wilde de orde in de samenleving herstellen en legde in zijn morele voorschriften daarom sterk de nadruk op respect voor autoriteit. Voor individuele autonomie en denken was nauwelijks plaats. Prioriteit werd gegeven aan de belangen van de groep boven die van het individu. Op de Chinezen is de invloed van het groepsdenken en de filosofie van de gehoorzaamheid nog steeds merkbaar. Zoals bij ons de denkbeelden volgens de christelijke traditie merkbaar zijn. Indien de Chinezen zouden gaan demonstreren om ons te dwingen onze traditionele waarden en normen volgens de christelijke filosofie af te schaffen, is dit ergens vergelijkbaar met ons dwingende optreden richting China over de mensenrechten.
Inmiddels kan ook vastgesteld worden dat de CCP al lang niet meer communistisch is. Door de liberale markteconomie te omarmen en als Staat bij nagenoeg alle grote projecten een dikke vinger in de pap te houden, blijft de CCP onbetwist aan de macht. Misschien ook niet ideaal, maar democratie is niet altijd in het voordeel van besluitvaardigheid. Belangrijke besluiten goed voor het totaal worden onderwerp van partijpolitieke overwegingen en electorale motivaties. En dat hebben we kunnen meemaken bij de besluitvorming in de VS over de kredietcrisis.
Peter Tersteeg