E-mail: peter@tersteeg.biz

China’s resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst

Onlangs las ik een aardig artikel van Oscar Garschagen over de voordelen van de klimatologische veranderingen voor China en waarin gesteld wordt dat als de meteorologische geschiedenis een leidraad is, dan is het helemaal geen slechte zaak dat het klimaat een paar graden opwarmt. Althans voor China.

Stijgende temperaturen zijn heel goed, menen de Chinese milieuhistorici Xie Zhenghui en Wang Zijin. Zij stellen, dat alle hoogtepunten van de Chinese beschaving samen vallen met een stijging van de temperaturen. Dieptepunten, zoals de inval van de Mongolen, oorlogen en de ondergang van keizerlijke dynastieën vielen samen met een verlaging van de temperaturen. Xie Zhenghui en Wang Zijin hebben de meteorologische gegevens en -projecties van de laatste 3600 jaar naast de historische ontwikkelingen sinds de Shang-dynastie (1500 BC) gelegd. Dan blijkt dat tijdens de Shang-, de Han- en de Tang-dynastieën, de temperaturen stegen met vier tot vijf graden Celsius. Deze drie keizerlijke periodes behoren tot de bloeiperiodes in de Chinese geschiedenis. Tussen deze periodes in daalden de temperaturen weer met drie tot vijf graden. Uitgerekend in die periodes vonden er burgeroorlogen plaats, vielen de barbaren China binnen en crepeerde het volk.

“Als de stijging doorzet, en dat is te hopen, volgt er een nieuw evenwicht. Dan kunnen we misschien weer rijst, tarwe en bamboe gaan verbouwen in de onbewoonbare, gure Gobiwoestijn en Binnen-Mongolië”, aldus Xie en Wang. Zij wijzen erop dat vooral de Tangperiode tussen 700 en 900 na Christus zeer interessant is. De Chinese beschaving bereikte toen een piek.

De huidige Volksrepubliek bloeit en groeit in een periode van stijgende temperaturen, constateren de historici ten overvloede. Dat de Chinese autoriteiten in Kopenhagen niet van plan zijn de economische groei in gevaar te brengen was al duidelijk, maar nu hebben ze ook nog een historisch argument in de ogen van een grote meerderheid van de Chinezen die denken dat er een verband bestaat tussen hun welvaart en het klimaat.

Peter Tersteeg



De kat van Deng

In 1750 was de Chinese economie de grootste van de wereld, maar in de 200 jaar daarna werd het geplaagd door kolonisten van allerlei slag en door oorlogen met de toenmalige grootmachten. Vooral in de periode van 1920 tot 1945 ging het land gebukt onder de gruwelijke bezetting door Japan en de daaropvolgende burgeroorlog. Toen Mao in 1949 de Chinese Volksrepubliek uitriep, was het volk straatarm en ongeletterd. Het volk ging gebukt onder een door en door corrupte dictatuur. Een “mission impossible”, leek het.  

Maar China ging er wel degelijk op vooruit. En niet zo’n klein beetje. Momenteel is China de derde economie van de wereld, de eerste exportnatie en de snelst groeiende markt in zonne- en windenergie. In geen enkel ander land worden meer auto’s verkocht dan in China. Het land heeft ook het grootste aantal hogeschoolstudenten en… het plant een reis naar de maan.

Tot aan de dood van Mao in 1976 groeide de economie maar met een slakkengangetje – in China is dat nog altijd gemiddeld 6 % per jaar – ondanks de moeilijke jaren van de mislukte Grote Sprong Voorwaarts (1959 - 1960) en de ultralinkse Culturele Revolutie (1966 - 1968). China scoorde ook toen al beter dan India, maar doordat de bevolking zo snel groeide – van 500 miljoen in 1949 naar 1 miljard in 1980 en ca. 1,4 miljard in 2009 ! – zag de gewone Chinees de kloof met de ontwikkelde kapitalistische landen niet kleiner worden.

Deng Xiaoping was van mening dat het beter moest kunnen. Onder het motto “Het maakt niet uit of een kat wit of zwart is, als hij maar muizen vangt”, kwam er in 1978 een pragmatische correctie op het Maoïstische model van ‘iedereen gelijk’. In het nieuwe Chinese socialisme van Deng mag iedereen zijn individueel belang nastreven, zolang het maar de hele maatschappij ten goede komt. Stap voor stap voerde Deng de markteconomie in. Niet de vrije maar de geleide markteconomie, want er blijft wel een centraal plan. Grote delen van de economie zijn inmiddels privé, maar de Staat houdt via de grootste bedrijven en de strategisch belangrijke sectoren de uiteindelijke controle in handen. Buitenlands kapitaal is welkom zolang het opbrengt voor China. China trad ook toe tot de Wereldhandelsorganisatie, omdat buitenlandse handel voor haar voordelig is. Met de één-kind-per-gezin-regel werd de bevolkingsgroei afgeremd. Deng zorgde er wel voor dat de politieke macht stevig in handen van de CPC bleef.

De kat van Deng blijkt verrassend veel muizen te vangen, want sinds de koerswijziging van Deng, kent China een gemiddelde economische groei van 10 %. Al meer dan dertig jaar. De Chinezen gingen er aanzienlijk op vooruit, zij het niet allemaal even snel. Ongeveer 200 miljoen mensen hebben een koopkracht vergelijkbaar met die van Portugezen of Grieken. En het aantal Chinezen dat volgens lokale normen – die veel meer rekening houden met de plaatselijke levensduurte dan die van de Wereldbank – in de armoede leeft, daalde in die periode van 30 % naar 1 %. Alle Chinese kinderen hebben recht op negen jaar gratis onderwijs.

Van boerenland is China geëvolueerd naar een land waar al 45 % in de stad leeft. Tot in de verste uithoeken van het land worden wegen of treinsporen gelegd. Mobiele netwerken en internet werken bijna overal. Verouderde woningen op het platteland worden vervangen door grotere, moderne gebouwen. Verloederde Chinese steden worden afgebroken en vervangen door moderne modelsteden.

Zolang de CPC aan de macht is, ziet het Westen het Chinese succes als een bedreiging voor de kapitalistische ideologie en voor zijn invloed in de wereld. China is nog altijd het ‘gele gevaar’ omdat het de macht van het Westen langzaam terugdringt en inspiratie biedt aan ontwikkelingslanden die een onafhankelijke weg zoeken.

Economisch ligt de zaak wat ingewikkelder: westerse landen willen de economische opkomst van China wel afremmen, maar individuele bedrijven willen ter wille van hun winsten, maar wat graag met China handel drijven. En allemaal stellen ze vandaag hun hoop op bestellingen uit China om het globale kapitalisme uit het slop te halen. Westerse vakbonden van hun kant hebben lang elk contact met de Chinese gemeden, maar beginnen steeds meer te zoeken naar samenwerking. Dat is positief en gaat in tegen de demagogie dat de Chinezen met onze jobs gaan lopen. Het zijn uiteindelijk toch niet de Chinezen die ermee dreigen om westerse bedrijven als Opel of Saab te sluiten?

Peter Tersteeg 



Geen Balkenende norm voor ‘eerlijke’ partijleider in China

In het dorp Dongnan in de Chinese provincie Shandong wordt een dorpsleider gezocht, die eerlijk is. De Balkende norm is op hem niet van toepassing, want men zoekt een goede vent. En dat mag voor Chinese begrippen wat kosten, want men heeft daar in Dongnan 5 miljoen Chinese yuan (€ 500.000) voor over. De bedoeling is simpel: het dorp wil een leider met integriteit en het dorp wil af van de corruptie. Het behoort tot zijn taak om het tienvoudige van dit bedrag terug te halen, dat de afgelopen dertig jaar gestolen is van de dorpsbewoners. Men ontdekte dat de vorige partijsecretaris van het dorp sinds zijn aantreden in 1980 voor ongeveer 50 miljoen yuan achterover gedrukt heeft. Het dorp betalen de redder 5 miljoen yuan als de verloren som teruggehaald wordt.

Volgens de lokale regering zijn er tussen 2001 en 2005 verschillende audits geweest en daaruit zou telkens gebleken zijn dat de dorpsleiders niet corrupt waren en geen misdrijven gepleegd hadden. Toch wordt de boekhouding vanaf 1980 van overheidswege opnieuw gecontroleerd.

Peter Tersteeg

De Chinezen zijn nog niet zo gek

De Rwandese president Paul Kagame vindt het gedeeltelijk staken van de Nederlandse ontwikkelingshulp aan zijn land niet erg. ,,Deze hulp heeft werkelijk niets bijgedragen aan Rwanda'', zei Kagame maandag tijdens een persconferentie. In december maakte de Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking bekend een gedeelte van de ontwikkelingshulp aan Rwanda te staken. Het ging om de zogeheten budgetsteun van 3 miljoen euro voor dit jaar. Dit deed Nederland, nadat Rwanda in een conceptrapport van de Verenigde Naties aangewezen was als mogelijke onruststoker in het conflict in Oost-Congo. ”Hier in Rwanda zijn wij degenen die beslissingen nemen over onze nationale veiligheid, en niemand anders'', zei president Paul Kagame vandaag. ,,Het belachelijke aan de beslissing van de Nederlanders is bovendien dat ze die genomen hebben nog voordat het eindrapport van de VN af was.''

De Nederlandse ontwikkelingshulp ligt onder vuur. Misschien dat Nederland iets kan leren van het fel bekritiseerde, egoïstische Chinese beleid. De PVV wil het afschaffen, de VVD wil minder uitgeven. Minister Bert Koenders van Ontwikkelingssamenwerking steekt ondertussen de hand in eigen boezem en vindt dat het Nederlandse ontwikkelingsbeleid beter kan. Misschien een goed idee om lering te trekken uit China’s beleid, dat in Afrika vrolijk strooit met yuans.

In Zambia bouwen tienduizenden Chinezen wegen, scholen en een sportstadium. Ook Angola wordt van een volledig nieuwe infrastructuur voorzien. Honderdduizenden dollars voor het herstel van een oude spoorlijn, bijna een half miljard dollar voor een vliegveld bij de hoofdstad Luanda en een veelvoud voor het opknappen van een raffinaderij bij Lobito. Maar China bouwt niets voor niets. Angola is goed voor zo’n 15 procent van de Chinese olie-importen. En voor wat hoort wat, daarom geeft China ook vrijwel geen ontwikkelingshulp; de 2 miljard dollar per jaar van China steekt schril af bij de 5 miljard euro die Nederland aan ontwikkelingshulp geeft. Nee, China leent geld. In 2007 beloofde president Hu Jintao Afrika 20 miljard dollar aan leningen. Maar het liefst handelt China. Voor de Chinese staatsbedrijven die gretig aan de weg timmeren in Afrika bevaren rijkelijk gevulde olietankers de weg terug.

Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken ‘kunnen’ investeringen van China positief zijn. ‘Maar dan moet China zich houden aan internationale normen ten aanzien van arbeidsomstandigheden, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Of afspraken over schuldverlichting.’ Nederland waarschuwt vooral dat ‘het ondermijnen van internationale afspraken leidt tot ongunstige deals voor Afrikaanse landen’. De Chinese ontwikkelingssamenwerking ‘gericht op hun eigen commerciële en economische belangen.’ Het feit dat je een commerciële insteek hebt is helemaal niet verkeerd, je mag best wat voor je geld terugzien.’

Maar kijk eens naar het succes van het ontwikkelingsmodel dat Japan sinds de Tweede Wereldoorlog hanteerde in Azië. En dat China nu lijkt te hebben gekopieerd. Puur gericht op economische en commerciële winst, zonder rekening te houden met ideologie of politiek, gaf Japan vooral veel leningen aan landen als Zuid-Korea en Singapore. À la China vandaag de dag in Afrika, legde Japan veel verkeerswegen aan en maakte het gretig gebruik van goedkope lokale arbeidskrachten. ‘Het laat zien dat die commerciële aanpak succesvol kan zijn.’

Voor het feit dat China half Afrika van een infrastructuur voorziet is in het immer kritische Westen weinig erkenning. Nederland, Europa en de VS zetten good governance op de eerste plaats en wuiven China’s ontwikkelingshulp weg als eigenbelang. Eigenbelang, dat volgens een rapport van het Duitse Ontwikkelingsinstituut DIE jaarlijks leidt tot een economische groei van 1 tot 2 procent in Afrika. Wat zou de Nederlandse ontwikkelingshulp bijdragen ?

Peter Tersteeg


Rare jongens, die Chinezen

Op dag.nl las ik dat het bestuur van het district Gong’an in de Chinese provincie Hubei het slim heeft bekeken. Als je als overheid de accijnzen niet snel genoeg binnenkrijgt, moet je je ambtenaren gewoon verplichten om zichzelf ’dood te roken’. Goed voor de schatkist én tegen de overbevolking: twee Chinese vliegen in klap.

De ambtenaren moeten per jaar 230.000 pakjes sigaretten wegpaffen die in de provincie zijn geproduceerd. Departementen die niet aan dit aantal komen, worden beboet.Met de regeling moet de lokale economie gestimuleerd worden. Ook zou het de provincie helpen om te kunnen concurreren tegen de naburige provincie Hunan, zo meldt The Global Times. De regeling die vorige maand van kracht werd, stuit op veel weerstand. Tegenstanders menen dat het voor meer corruptie zal zorgen. In China roken 350 miljoen mensen. Per jaar overlijden een miljoen inwoners aan de gevolgen hiervan.

Het is niet de eerste keer dat in de Aziatische regionen, geheel tegen de stroom in, het roken wordt gestimuleerd. Een maand geleden nog, stelde een Japanse arts dat mensen zichzelf op vroege leeftijd dood moeten roken om het land kosten voor ouderenzorg te besparen.

Een interessante gedachte voor ons vergrijzingsprobleem. Misschien moeten de verzekeraars premiekorting geven aan de notoire rokers.


Peter Tersteeg

De Chinese dollar

Zhou Xiaochuan, de president van de Chinese centrale bank, verklaarde onlangs dat de G20 zou moeten praten over een nieuwe mondiale reservemunt, die onder toezicht van het IMF wordt geplaatst. De crisis heeft volgens China aangetoond, dat het riskant is de wereldeconomie aan één munteenheid te koppelen. De Amerikaanse regering wees deze oproep uiteraard prompt af, maar China vond gehoor bij Rusland in zijn ambitie om tot een reservemunt te komen die de dollar vervangt. Zhou Xiaochuan pleit voor invoering van de ‘bancor’; een munt die al door Keynes werd bedacht. De waarde van de bancor wordt bepaald aan de hand van dertig grondstoffen. Xiachuan vindt dat deze bancor de dollar als internationale reservemunt moet vervangen.

Met name de Chinezen zijn in toenemende mate geïrriteerd over de consumptiedrift in de Verenigde Staten en de onverant- woordelijke financiële innovatie waartoe men de afgelopen jaren zou zijn overgegaan. China heeft 2.000 miljard aan buitenlandse reserves en is de grootste houder van Amerikaanse staatsobligaties en dollars in de wereld. Daarmee is China de grootste financier van de Amerikaanse staatsschuld. China maakt zich al enige tijd zorgen over de waardevastheid van de dollar. Om de recessie te bestrijden heeft de Amerikaanse overheid alle geldsluizen opengezet, hetgeen op termijn kan leiden tot een torenhoge inflatie en een val van de dollar. Als gevolg daarvan zou de waarde van het Chinese bezit fors dalen.

Premier Wen Jiabao maakte onlangs duidelijk dat de VS zich aan haar woord moet houden om goed voor deze Chinese bezittingen te zorgen. Een conflict met China kunnen de Verenigde Staten zich op dit punt, in deze crisis, niet veroorloven. Anderzijds zou China zich zelf ook in het vlees snijden, omdat een abrupte wijziging in de mondiale rol van de US dollar onvermijdelijk een daling van de dollarkoers met zich mee brengen waardoor de Chinese investeringen en dollarreserves weer in waarde zouden dalen.

Volgens Xiaochuan lijdt de dollar structureel onder tegenstrijdige belangen. China heeft er belang bij dat de koers van de dollar hoog blijft. Daartoe is het wenselijk dat inflatie koste wat kost wordt vermeden. De VS daarentegen hebben er nu vooral belang bij dat de binnenlandse vraag aantrekt. Daartoe kan het zinvol zijn om de geldpers aan te zetten en de inflatie juist aan te wakkeren. Het is daarom tijd voor een munt die de nationale belangen ontstijgt, vindt Xiaochuan.


Een gecompliceerd politiek machtsspel waar Sun Zhu als klassiek schrijver over de “kunst van het oorlog voeren” nog van zou opkijken.


Peter Tersteeg

Klimt China uit het dal ?

De geluiden zijn zeer verschillend over een herstel van de Chinese economie. Volgens Zhou Xiaochuan, president van de Chinese Centrale Bank, is de economische neergang onder controle gebracht en vertoont de economische barometer duidelijke tekenen van herstel. Volgens hem bewijst het herstel dat de Chinese autoriteiten sneller en krachtiger ingrijpen dan die van de meeste andere grote landen.

Volgens Andrew Forrest, de baas van de Australische mijnbouwonderneming Fortescue, is China het dal reeds gepasseerd. Hij verwacht dat de Chinese vraag naar ijzererts scherp aantrekt vanaf het tweede kwartaal. Dat zou in lijn liggen met de verwachtingen van de Chinese Centrale Bank dat de economie in het derde kwartaal weer met zo'n 8 % zou gaan groeien.

Ook de grootschalige aankoop van koper door een Chinese staatsorganisatie zou een indicatie kunnen zijn dat China tekenen van herstel ziet. Maar het zou ook kunnen dat de Chinezen koper hamsteren om simpelweg van de lage prijs te profiteren ? Het zorgde dit jaar in ieder geval al voor een prijsstijging van 35 procent.

Een aantal vooraanstaande Amerikaanse instituten vindt het daarentegen voorbarig om al tot de conclusie te komen dat de Chinese economie zich herstelt.
De geleerden zijn het niet eens. Wie het weet mag het dus zeggen.

Peter Tersteeg




Mao's brave jongens

Ze komen uit het grijze, Chinese achterland. Sjofele figuren met hun slechte kapsels, goedkope, afgetrapte schoenen en shabby pakken. Ze komen met grote sommen geld naar het bruisende Macao, het Las Vegas van het Verre Oosten. Ze voelen zich gelukkig met hun grote geld. Ze zijn gekomen om te gokken. Maar ze verliezen. Natuurlijk verliezen ze.

Het ergste is echter, dat zij gegokt hebben met overheidsgeld. Honderden miljoenen, misschien zelfs wel miljarden aan publiek geld zijn op die manier vergokt door Mao's brave jongens. Onbegrijpelijk hoe burgemeesters, partijbonzen, hoge politiefunctionarissen, maar ook simpele kassiers van staatsbedrijven zich aan deze praktijken te buiten kunnen gaan. Over managerial control ! De Staat heeft maatregelen genomen door het drastisch beperken van de visa voor bezoeken aan Macao. Daarnaast zijn vele officials tot zware gevangenisstraffen veroordeeld en sommigen zijn geëxecuteerd. Ook hebben er veel zelfmoord gepleegd.

Sinds 1949 is gokken – naast opium en prostitutie - in China officieel verboden. Het is daarentegen legaal in de voormalige Portugese kolonie en het is de pure zuurstof geweest voor de ontwikkeling van Macao. Door de overheidsmaatregelen gericht op het terugdringen van deze excessen wordt de economie van Macao nu zwaar getroffen. De gokindustrie droeg immers voor ca 80 % bij aan de belastinginkomsten van Macao. De luxueuze winkels staan leeg en de prestigieuze appartements- en hotelgebouwen staan half afgebouwd.

Voor ons allemaal niet zo goed te snappen dat dit allemaal maar zo kan. Maar wat doen wij in het Westen ook weer met de bankiers die verantwoordelijk zijn voor het verdampen van honderden miljarden als gevolg van falend management ?

Peter Tersteeg

* illustratie van Liu Wei

China komt ons redden

China zal Nederland uit de recessie trekken, aldus Balkenende, het knapste jongetje van de klas. Hoe verzin je het ? Hoe naïef kun je zijn ?

In januari 2008 stelde onze eigen Grote Roerganger Balkenende ons allen gerust dat wij niet bang hoefden te zijn voor een recessie. Balkenende waarschuwde dat we elkaar niet in een recessie moeten praten. Over perceptiemanagement. Het aanstormend financieel talent Bos voegde daar aan toe geen grote problemen voor de Nederlandse economie te verwachten als gevolg van de toen nog dreigende recessie in de Verenigde Staten. Er werd dus duidelijk geen winstwaarschuwing afgegeven zoals dat bij beursgenoteerde bedrijven gebruikelijk is. Sterker nog, als er reden was voor een winstwaarschuwing en die desalniettemin niet gegeven wordt, dan staat de positie van de bestuursvoorzitter ter discussie. In de politiek werkt dat dus anders.

De heren Balkenende en Bos hadden het mis. De werkelijkheid blijkt anders. We hebben wel degelijk te maken met een recessie. En niet zo’n kleintje. Het vaderlandse bancaire systeem schudt op zijn grondvesten. Respectabele instituten als ABN AMRO, ING en Fortis kwamen in uitzonderlijk zwaar weer terecht. En wel zodanig dat de overheid moest ingrijpen om de boedel te redden. Bos werd nota bene de held van de week, terwijl hij eerder niet thuis bleek toen gewaarschuwd werd voor de gang van zaken bij ABN AMRO en van mening was dat de overheid zich niet moest bemoeien met het bedrijfsleven.

Volgens econoom baron Sweder van Wijnbergen wordt er 'naïef' en 'oppervlakkig' op de economische crisis gereageerd. 'Zo koersen we af op een economische depressie.' De knapste jongetjes van de klas hebben het weer niet gesnapt. Met name de opmerking van Balkenende dat China Nederland wel uit de recessie zal trekken noemt hij ‘absurd’. ‘China is een exportland, net als Nederland en Duitsland. Die lopen achter de rest van de wereld aan.’ Ook vindt de econoom het naïef om te denken dat de crisis wel snel voorbij zal gaan. Dat kan volgens hem nog wel anderhalf jaar duren.
Onze helden snappen het helemaal. De hele wereld wacht gespannen op een akkoord over het noodplan voor de Amerikaanse economie, maar roerganger Balkenende vindt, dat we ook de armoedebestrijding niet uit het oog moeten verliezen. Dat zei hij vannacht tijdens een toespraak voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York. Balkenende riep de wereldleiders op vast te houden aan de millenniumdoelen en zich niet te laten ‘afleiden’ door de huidige financiële crisis. Gelukkig zijn de opmerkingen van het knapste jongetje van de klas niet echt opgevallen, want veel toehoorders had hij niet; hij sprak als laatste van de dag in een matig gevulde zaal.

Nederland keert niet de portemonnee om economie te stimuleren. Het Nederlandse kabinet wordt in Europa naar verluidt uitgelachen en beschimpt omdat het zo weinig doet voor de economie. Anders dan de Verenigde Staten, Frankrijk, Spanje en Duitsland keert de Nederlandse overheid niet de portemonnee om om de economie te stimuleren. Ik heb er geen verstand van, maar onze knappe jongetjes zullen wel weten wat ze doen.

Wij hoeven ons in ieder geval geen zorgen te maken. Onze knappe jongetjes hebben de teugels strak in handen om onze economie in goede banen te leiden. Balkenende let er op dat de millenniumdoelen gehaald worden. En, .....China komt redden. Ondanks het bezoek van de Dalai Lama. Kortom, allemaal niks aan de hand. Ik moet toch even denken aan de toespraak van Colijn op 9 mei 1940 toen hij het Nederlandse volk verzekerde dat zij rustig kon gaan slapen want er zou geen oorlog komen. Toch !

Peter Tersteeg


* illustratie van Herman Brood

Ride of the Dragon

The sky is the limit. The “Ride of the Dragon” accelereerde spectaculair omhoog. Tot voor kort was dit de karakterisering van de groeiperspectieven van de Chinese economie. Maar in november 2008 heeft het Chinese kabinet moeten besluiten tot een grootschalig investeringspakket ter waarde van 458 miljard euro om de eigen economie te stimuleren. Met deze investeringen, die tot in 2010 moeten worden uitgevoerd, wil de regering de binnenlandse vraag stimuleren. De omvang van het stimuleringspakket staat gelijk aan 14 % van de totale jaarlijkse economische productie in China. Ook voor China bleek de situatie ernstiger dan gedacht en om de economische groei te reanimeren besloot de overheid daar nog eens 60 miljard euro bij te doen.

In het derde kwartaal van 2008 nam de groei van de Chinese economie onverwachts af van 10,4 % in het eerste halfjaar tot 9 %. Hoewel het groeipercentage nog steeds hoog ligt, kan economische vertraging in China voelen als een recessie. Miljoenen fabrieksarbeiders, die afhankelijk zijn van de export, zullen hun baan kwijtraken.

De Chinese export, van pennen en speelgoedauto's tot sokken en muismatten, is in tien jaar nog nooit zo hard onderuit gegaan als in december. De uitvoer daalde met bijna drie procent, werd deze week bekend. Een jaar eerder steeg de export nog ruim twintig procent. China heeft decennialang alle mogelijke producten verscheept naar de rest van de wereld. Overal wilden mensen 'Made in China', want: lekker goedkoop. Die export was de grootste peiler onder de explosieve economische groei van het land. Honderden miljoenen Chinezen konden er hun huis, eten en onderwijs van betalen. Die bron van inkomsten glipt weg. De fabriek van de wereld dreigt stil te vallen. Het enige dat nog lijkt te groeien, is de lijst van fabrieken die over de kop gaan of de productie stil leggen.

In de industriesteden langs de Chinese oost- en zuidkust wordt het rap rustiger. Dat is normaal voor deze tijd van het jaar, waarin miljoenen migrantenwerkers naar hun familie in het binnenland reizen om het Chinese Nieuwjaar te vieren. Maar dit jaar komt de rust eerder en zal die langer duren. Vele arbeiders hebben geen baan om over twee weken naar terug te keren. Want waarom de productie weer opstarten als er vanuit de rest van de wereld geen vraag is naar de producten? Waarom bouwvakkers terug laten keren om nog meer kantoortorens te bouwen? In het financiële epicentrum van China, de wijk rond het beursgebouw van Sjanghai, staat nu al meer dan een kwart van de kantoren leeg.

Lange tijd dacht China redelijk door de wereldwijde economische crisis te komen. Nu gaan echter alle seinen op rood. Voor het eerst sinds decennia stokt China’s exportmachine en moeten lokale overheden een antwoord vinden op het massaontslag van de migranten die het platteland verruilden voor de industriegebieden aan de oostkust. Massaontslagen veroorzaken een omgekeerde migratiestroom van stad naar platteland. De fabriek van de wereld wordt stil. 'Export in duikvlucht, vooruitzichten zorgelijk', kopt een lokale krant in Sjanghai. Als een staatskrant, die geacht wordt gunstig nieuws te brengen, al zulke koppen op de voorpagina zet, betekent dat maar een ding: het gaat slecht. Erg slecht. Chinese leiders vrezen voor een schok die de sociale stabiliteit van het land in gevaar brengt.

De Chinese economie groeit minder hard dan verwacht en de recessie in Europa en de VS laat zich duidelijk voelen, maar toch zal de Chinese economie in 2009 met 6 – 8 % groeien. De banksector en het multinationale bedrijfsleven verkeren in goede vorm. China is nu na de VS en Japan de derde economie van de wereld. De Chinese inspanningen om een verdere afzwakking van de groei tegen te gaan zijn voor de ontwikkeling van de wereldeconomie van essentieel belang en tonen duidelijk de verschuivingen aan in de mondiale machtsverhoudingen. Een interessante ontwikkeling. Temeer daar dit de vermeende wisselkoersmanipulaties, de mensenrechten en de kwestie Tibet een ander perspectief zal geven. Vooralsnog zal de ontwikkeling van de economie voorrang hebben en zal China gepleased worden in de nieuwe rol van leidende natie.

Het bezoek dat de Chinese premier Wen Jiabao eind januari aan Europa brengt laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Waar Wen de belangrijkste Europese hoofdsteden bezoekt, wordt Parijs opzichtig overgeslagen. De boodschap is duidelijk. De ontvangst van de Dalai Lama door de franse president Sarkozy tijdens diens EU-voorzitterschap wordt door China niet op prijs gesteld. Nederland, het braafste jongetje van de klas, meent zich echter ook straffeloos te kunnen permitteren om de Dalal Lama op regeringsniveau te ontvangen. Het zou een uitspraak van Johan Cruijff kunnen zijn, maar het is het niet: “wie goed wil eten moet de kok niet beledigen”. Wat mij betreft is de Dalai Lama welkom, maar dat wil toch niet zeggen dat hij op regeringsniveau ontvangen moet worden. Dat kan toch ook wel wat "chinezer" .

Zoals elk nadeel ook zijn voordeel heeft, kan China juist door de huidige mondiale crisis profiteren van de enorme valutareserves die de afgelopen jaren zijn opgebouwd. Sun Tzu’s “Kunst van het oorlogvoerend” kan daardoor een moderne dimensie krijgen. Immers buitenlandse ondernemingen zijn goedkoop over te nemen en China beschikt over de middelen om dat te doen. Nu Ford van Volvo af will/moet is een nieuwe Chinese baas bij Volvo dan ook bepaald niet (meer) ondenkbaar.

Binnenkort begint de jaarlijkse vergadering van het nationale parlement. Voor die tijd zal de overheid nog meer plannen aankondigen om het tij te keren, hopend dat dit de werkplaats van de wereld weer op gang kan helpen. Maar met alle slechte berichten uit Europa en Amerika zal het voorlopig waarschijnlijk stil blijven. Stil in de Chinese productiehallen. De “Ride of the Dragon” is voorlopig neerwaarts. Laten we hopen dat de draak niet te pletter zal vallen.


Peter Tersteeg





China's jaar van de os

De Chinese dierenriem is volgens de legende ontstaan toen Boeddha alle dieren bij zich riep voordat hij stierf. Er kwamen twaalf dieren afscheid nemen. De Rat verscheen als eerste, toen de Os, daarna de Tijger, Haas, Draak, Slang, Paard, Geit, Aap, Haan, Hond en tenslotte het Varken. Als beloning noemde Boedhha toen ieder jaar naar een van de dieren. Volgens overleveringen ontstond de Chinese kalender in 2637 voor Christus. Het begin van het nieuwe jaar is gebaseerd op deze kalender, geënt op de cyclus van de zon en maan. Vandaag, 26 januari 2009, begint het jaar 4706: het Jaar van de Os.

De viering van nieuwjaar is een familiefeest. Men koopt nieuwe kleding, gaat naar de kapper en begint als het ware met een schone lei. Het afbetalen van schulden hoort hier ook bij. Familie en vrienden opzoeken en uitrusten van het vorige jaar speelt een belangrijke rol. Daarnaast worden de goden geëerd en zijn er cadeautjes. Voor Chinezen is het belangrijk om de avond samen met familie te vieren. Dan wordt er lekker gegeten en gedronken. In China doet iedereen zijn best om op tijd bij familie te zijn. Dat zorgt ieder jaar weer voor een grootschalige volksverhuizing.

Volgens de traditie is het huis schoonmaken een van de voorbereidingen op het nieuwe jaar. Het huis moet namelijk schoon zijn omdat de keukengod Tsao Chun aan de Jade keizer Yu Huang-ti voor het nieuwjaar verslag uitbrengt over het huishouden. Een afbeelding van Tsao Chun, meestal van karton, hangt boven het fornuis. Die afbeelding wordt op de 24e van de twaalfde maand verbrand. Dat is het moment dat de keukengod op reis gaat. Maar voordat dit gebeurt, wordt de keukengod nog wat zoetigheid om de mond gesmeerd! Hij zal dan alleen zoete en aardige dingen doorvertellen. Soms krijgt hij zelfs wat wijn om de mond gesmeerd, want als hij dronken is, is zijn geheugen ook in de war! Bij de terugkomst van Tsao Chun, op oudejaarsdag, wordt een nieuwe afbeelding van hem boven het fornuis gehangen. Ter gelegenheid van die terugkomst wordt, als het door de plaatselijke regelingen niet verboden is, vuurwerk afgestoken.

Oudejaarsavond is een traditioneel familiegebeuren. Vroeger werd ook wel op die avond vuurwerk afgestoken. En ging nog dagen daarna door. Tegenwoordig mag men slechts op nieuwjaarsdag vuurwerk afsteken. Op oudejaarsavond gaat men naar een speciale markt, waar o.a. vele soorten Chinese planten en bloemen worden verkocht; narcissen, peren- of
pruimenbloesems, wilgenkatjes, chrysanten en mandarijnplantjes! Deze plantjes worden omwonden met rood papier, want rood betekent : meer winst - groot geluk! Vroeger werden ongehuwde mannen door familie of vrienden verrast met een plantje als symbool om het geluk, in de vorm van een levensgezellin, in het nieuwe jaar te kunnen ontmoeten. Zowel binnen in als buiten aan het huis worden allerlei versieringen en spreuken opgehangen. Versieringen die bewegen, met tingelende geluiden, voornamelijk in de rode kleur. De rode kleur betekent: geluk - welgesteldheid - overvloed. Afbeeldingen van goden worden aan de voordeur geplakt, zodat kwade geesten buiten blijven en welkomstspreuken op rood papier trachten de goede geesten naar binnen te lokken. Ook “fook” , het teken voor geluk wordt op een zichtbare plaats geplaatst, bij voorkeur aan de voordeur. Het teken wordt altijd omgekeerd opgeplakt omdat het woord "omdraaien" in het Chinees klinkt als "komen". Het geluk komt daardoor zeker naar je toe. In het midden van de kamer staat op nieuwjaarsdag een schaal met voedsel, in de hoop dat er voor een ieder in het komende jaar voldoende eten zal zijn.

Het Jaar van de Os, dat maandag op Chinees Nieuwjaar zijn intrede doet, staat bol van de spanning. Een Chinees rapport voorspelde begin dit jaar dat China golven van onrust te wachten staat. Hoge werkloosheidscijfers, economische neergang en gevoelige herdenkingen zorgen ervoor dat de spanning oploopt..

De demonstratie op het Plein van de Hemelse vrede is in juni twintig jaar geleden. Ook is het zestig jaar geleden dat Mao de Volksrepubliek uitriep. En in maart is het vijftig jaar geleden dat de Dalai Lama Tibet ontvluchtte. De communistische partij vreest dat de herdenkingen leiden tot volksverzet en dat is een gruwel in de ogen van de staatsleiders.Veel Chinezen hebben reden tot protest. De inkomenskloof tussen rijk en arm wordt met het jaar groter. Mensen in de stad verdienen gemiddeld 3,36 keer meer dan mensen op het platteland. Dat is het grootste verschil sinds de economische hervormingen in 1978, nu dertig jaar geleden, werden doorgevoerd. Zeker 800 miljoen van de 1,3 miljard Chinezen leven op het platteland en hebben moeite in hun levensonderhoud te voorzien. Sinds de economische neergang is ook in de stad minder werk te vinden. Chinezen die hoopten daar werk te vinden, trekken veelal gedesillusioneerd terug naar het platteland. Reden voor de Chinese overheid om het nieuwe jaar van de Os met zorg tegemoet te zien.

Peter Tersteeg

Winkelen in China

Winkelen in China is een feest. Je kunt er werkelijk alles krijgen wat je wilt . Van de goedkope traditionele Chinese rommeltjes tot de meest luxueuze en prijzige designers kleding, tassen, horloges, sieraden, zonnebrillen en schoenen van de internationaal bekende merken. De prijzen van laatstgenoemde artikelen geven dan de suggestie dat ze “echt” zijn. Maar wat is nu eigenlijk “echt”. Natuurlijk kun je in een aantal gevallen goed zien als het “fake” is, maar in andere gevallen is het niet zo duidelijk. Temeer omdat er kennelijk soms een bepaalde hoeveelheid producten meer gemaakt wordt dan door de officiële klant in Europa of de US gevraagd wordt. En die extra hoeveelheid wordt dan kennelijk in het grijze circuit verkocht voor zeer aangename prijzen. En de kwaliteit is er uiteraard niet minder om.

Een aardige plaats om prijsvriendelijk te gaan winkelen is de silkmarket, bijvoorbeeld in Beijing. Gelegen aan de Straat van de Eeuwigdurende Vrede (vanaf het Plein van de Hemelse Vrede ca. 2 km na de grote winkelstraat Wanfujing). Een waar feest. Als je de chinezen met respect behandeld en alles grappig vindt, is het geweldig om daar te onderhandelen. Ik kan er persoonlijk geen genoeg van krijgen. Een prachtig IWC horloge van goede kwaliteit voor 222 Yuan, schoenen die in Nederland ca 80 euro kosten voor slechts 70 Yuan (= 7 euro) en tassen voor ca. 100 Yuan. Een waar feest.

Een heel grappige bijkomstigheid was de aanwezigheid van Dawei. Dawei is een goede vriend van mijn dochter uit de tijd dat zij sinologie in China studeerde (zie http://china-xin.blogspot.com/2008/08/test.html ). Hoewel Dawei geen engels en ik geen chinees spreek, kunnen wij uitstekend met elkaar opschieten en hij begeleid mij altijd als ik in Beijing ben. Dit keer vond hij het leuk om zich als mijn bodyguard te gedragen. Ik moest zeggen dat ik af en toe mijn lachen niet kon houden als ik de manier zag waarop hij zijn rol heel serieus speelde. Als ik niet beter zou weten zou ik er helemaal eng van worden. Maar hij deed het fantastisch. Overal waar ik een stap zette, verkende hij de omgeving eerst, knikte vervolgens en dan mocht ik pas verder. Het is opmerkelijk hoeveel ruimte je dan ineens hebt in een druk winkelcentrum. En ook de prijzen slonken voor mijn ogen. Zodra ik de prijs van iets vroeg en Dawei vervolgens alleen maar even naar de verkoper keek, ging de prijs drastisch omlaag. We hebben genoten die middag. Xiexie, Dawei.

En dan kom je aan bij de Nederlandse douane. Ik moest mijn koffer uitpakken en ik bleek een DVD bij me te hebben. "Wat heeft die DVD gekost ?", vroeg de beambte streng. "Ongeveer een euro, meneer", antwoordde ik. “Dan is het namaak, en dat mag niet !” riep de douanier verheugd. Ik vroeg hem hoe hij daar bij kwam, want het was hem wellicht ontgaan dat de DVD een volledig Chinese DVD was waarop noch een Engelse, noch een Nederlandse ondertiteling voorkwam. En dat ik die DVD in een nette Chinese winkel voor mijn dochter, die Chinees spreekt, had gekocht. Vervolgens vroeg ik hem of alle producten die Philips in China laat maken soms ook niet echt zijn. Dan doen ze toch ook om de kostprijs laag te houden. Dus waar hebben we het eigenlijk over, vroeg ik hem. Daarop wist hij het antwoord niet. Toen werd de Peking Eend, die ik van mijn bodyguard Dawei gekregen had, maar afgepakt. Die mocht je vanwege de vogelgriep namelijk ook niet meebrengen, werd mij als verklaring gegeven. Ik wist niet dat je vogelgriep kon oplopen van een gebraden Peking Eend, maar je moet nu eenmaal niet overal moeilijk over doen. Nederlandse douaniers zullen ook wel gevoelig zijn voor (chinees) gezichtsverlies, ook al staan ze er meestal nog zo stoer bij met hun armen over elkaar.

Peter Tersteeg

* illustratie "Chinese Hero" van Yin Kun




China en het braafste jongetje van de klas

Al jaren kom ik in het Kathmandu Guest House in Kathmandu. Het is niet het meest luxueuze hotel, maar het is wel een plaats waar je werkelijk iedereen van over de wereld tegen komt. Je komt er altijd interessante en aparte mensen tegen die altijd wel weer een verhaal hebben. En dat maakt het voor mij zo bijzonder.

Ook deze keer ontmoette ik via mijn Nepalese vrienden weer een heel bijzondere figuur. Leonardo, een Mexicaan die ondermeer vloeiend Chinees, Tibetaans, Nepalees, Urdu en Hindi sprak. Hij had filosofie gestudeerd, had zich verdiept in de grote wereldreligies en was gepromoveerd op het gebied van het Tibetaanse boeddhisme. Een buitengewoon boeiend persoon die veel te vertellen heeft. Daarnaast is hij ook nog een buitengewoon geestig persoon. Vanwege zijn achtergrond is hij goed ingevoerd bij de Tibetaanse gemeenschap in ballingschap en had hij regelmatig gesprekken met de Dalai Lama. Evenals gesprekken met de lokale vertegenwoordiger van een bekende inlichtingendienst.

Op een avond stelde ik hem de vraag wat hij van de kwestie Tibet vond. Zijn antwoord was voor mij verrassend toen hij zei, dat het er aan lag tot welke groep ik behoorde en welk antwoord ik wilde horen. Volgens hem kon je er op verschillenden manieren naar kijken. Natuurlijk vinden de Tibetaanse monniken – en de westerse publieke opinie vanwege een knap staaltje perceptiemanagement - dat Tibet door de Chinezen onrechtmatig is bezet en dat die bezetting in strijd is met de mensenrechten. Volgens Leonardo is er echter objectief gezien geen historisch argument aan te voeren waarom Tibet onafhankelijk van China zou moeten zijn. Ik weet het allemaal ook niet, maar het is niet zo ongenuanceerd duidelijk dat de Dalai Lama in zijn recht staat. De feodale staat die Tibet tot 1950 was, was toch ook niet bepaald het schoolvoorbeeld van de juiste naleving van de mensenrechten.

China is van mening dat anderen zich niet dienen te bemoeien met hun binnenlandse aangelegenheden. Als het de mensenrechten betreft vinden wij dat in Nederland, als braafste jongetje van de internationale klas, maar dikke onzin. Wij kunnen ons de luxe permitteren om dat te vinden omdat het maar weinig voorkomt dat anderen zich met onze “binnenlandse aangelegenheden” bemoeien. Maar stel je eens voor dat China van ons zou eisen dat wij euthanasie of homo-huwelijken moeten verbieden. Of als China van ons zou verlangen dat er ook in Nederland een één-kind-politiek gevoerd wordt, omdat dat toch goed is om de overbevolking tegen te gaan. Wat zou er dan gebeuren ?

Maar zoals het het braafste jongetje van de klas betaamt, gaat het principe voor. En daarom wordt de Dalai Lama binnenkort met alle egards in Nederland ontvangen. Want wij zijn vóór de Dalai Lama. En wij zijn vóór een vrij Tibet, ook al weten velen niet eens waar het ligt en waar het over gaat. Wat voor doel het bezoek van de Dalai Lama precies dient is voor mij niet duidelijk. Duidelijk voor mij is wel dat China een dergelijk bezoek niet op prijs stelt. Duidelijk is ook dat China een van de belangrijkste handelspartners voor Nederland is.

Het bezoek dat de Chinese premier Wen Jiabao eind januari aan Europa brengt laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Waar Wen de belangrijkste Europese hoofdsteden bezoekt, wordt Parijs opzichtig overgeslagen. De boodschap is duidelijk. De ontvangst van de Dalai Lama door de franse president Sarkozy tijdens diens EU-voorzitterschap wordt door China niet op prijs gesteld.

Het zou een uitspraak van Johan Cruijff kunnen zijn, maar het is het niet: “wie goed wil eten moet de kok niet beledigen”. Wat mij betreft is de Dalai Lama - expert in perceptiemanagement - welkom, maar dat wil toch niet zeggen dat hij op regeringsniveau ontvangen moet worden. Dat kan toch ook wel wat "chinezer" .

Peter Tersteeg

* illustratie van Yao Yuzhong


Boeken over China

  • Avonturen in modern China - Hans Moleman
  • Bankieren in China - Robert Gunther en Peter Tersteeg (Bank- en Effectenbedrijf, dec 2005)
  • Barbaar in China - Adriaan van Dis
  • Bij de Chinees - Bettine Vriesekoop
  • China - Edward L. Shaughnessy
  • China - Yann Layma
  • China in verandering - Woei-Lien Chong & Tak-Wing Ngo
  • China per trein - Paul Theroux
  • China waves - Nicholas D. Kristof
  • China zet de wereld op zijn kop - James Kynger
  • China, centrum van de wereld - Garrie van Pinxteren
  • Chinese Business Etiquette - Scott D. Seligman
  • Chinese Tekens - Jan van der Putten
  • Culture shock China- Kevin Sinclair
  • Dat is chiness voor mij - Peter Ho
  • De avonturen van Slappe Ling en Enge Ly - Gnarcus
  • De bloem van Beijing - Lisa See
  • de Chinezen - John Fraser
  • De essentie van China - Jeanne Boden
  • De kat van Deng - Robert Weil
  • De kunst van het oorlog voeren - Sun Tzu
  • De laatste resten van de keizer - Adam Willians
  • De lange mars - Ed Joycelin & Andrew McEwen
  • De mandarijn - Robert Elegant
  • De rode bloem van China - Zhai Zhenhua
  • De stroom van de rivier - Da Chen
  • De toekomst van China - Ian Buruma
  • De uitspraak van het mandarijn - Jeroen Wiedenhof
  • De vette jaren - Chan Koonchung
  • De vlucht uit China - Zhang Boli
  • Diep in het hart - Lisa See
  • Doodgaan went - X.L. Zang
  • East meets West - Christopher Patten
  • Een dorpsvertelling uit klein Bao - Wang Anyi
  • Een jaar in China - Peter Quatfass
  • Gevangene van de Rode Garde - Nien Chang
  • Het eeuwige leger - Roberto Ciarla
  • Het moderne Oosten - Fons Tuinstra
  • het oude China - Edwrad L. Shaaghnessy
  • Het Paleis van de Hemelse Lusten - Adam Williams
  • het priveleven van Mao - Li Zhisui
  • Het Rode Rijk - Patrick Lescot
  • Het Tiananmen Dossier - Zhang Liang
  • Hotel op het dak van de wereld - Alec le Sueur
  • Ik was keizer van China - Poe'i
  • Kuifje in Tibet
  • La Chine, le troisieme geant - Roger Pelissier
  • Mannen uit China - Maxine Hong Kingston
  • Mao - Jonathan Spencer
  • Mao - Jung Chang & Jon Halliday
  • Mao's massamoord - Frank Dikotter
  • Mister China - Tim Clussold
  • Nietsche en Kant lezen de Krant - Rob Wijnberg
  • Olie voor China's lampen - Alice Tisdale Hobart
  • Ondernemen in China - Yvonne van der Heijden
  • Ontmoeting met China - Gert Roge
  • Over China - Kevin Sinclair
  • Pa pa pa Vrouw vrouw vrouw - Han Shaogong
  • Peking - Anthony grey
  • Red China Blues - Jan Wong
  • Spiegel van de klassieke Chinese poezie - W.L. Idema
  • Standplaats Peking - D.W. Fokkema
  • Standplaats Peking - Jan van der Putten
  • Strategemen - von Senger
  • Tai Pan - James Clavell
  • Thirty-six strategems - Wang Xuanming
  • Tj'in - Jean Levi
  • Verbijsterend China - Jan van der Putten
  • Verborgen stemmen - Xinran
  • When China wakes up - Rhana Tersteeg
  • Wilde Zwanen - Jung Chang
  • Zoon van China - He Liyi
network monitoring

Totaal aantal pageviews